|
INZICHT MET AFGELEIDE STELLING |
ACHTERGROND |
|
|
|
5 |
1.Minder aandacht voor overleven, meer voor dienen
Stelling: In het spoor van Jezus weten we ons uitgenodigd om sterker dan tot nu toe ons te richten op hoe we als kerk Voorthuizen kunnen dienen in plaats van hoe we als kerk in Voorthuizen overleven.
Bronnen: Visienota PKN, zie ook Jeffrey Jones – Krimp onderkennen: Hoop hervinden |
Jezus sprak over graankorrels die uit zijn op overleven, en graankorrels die uit zijn op vrucht dragen. |
|
|
|
5 |
9.Als gemeente-zijn niet meer lukt, is de gemeente niet aan haar eind, maar de manier waarop we het kerkenwerk organiseren
Stelling: Als we onze manier van kerk-zijn niet meer kunnen betalen of bemensen moeten we op zoek naar nieuwe manieren van samen bij God zijn, samen bij elkaar zijn, en samen bij de samenleving zijn. Manieren die bij ons passen. |
Gemeente-zijn is een kwestie van boven, binnen en buiten. Van ‘dienst aan God, dienst aan elkaar en dienst aan anderen.’ Nog weer anders gezegd: ‘van samen bij God zijn, samen bij elkaar zijn, en samen bij de samenleving zijn.’ |
|
|
|
5 |
13. Houd rekening met een betrokken kern en een brede schil
Stelling: We doen er goed aan om ons af te vragen hoe we kerk zijn met en voor dorpsgenoten met een geringe betrokkenheid (ook als die niet vaker mee gaan doen aan wat we nu organiseren). |
De ‘ledenkerk’ waarbij leden een hoge betrokkenheid hebben komt steeds minder voor. Een toenemend aantal mensen onderhoudt een zwakke band met de kerk. Als gastlid, vriend, belangstellende, incidentele deelnemer aan een groep, donateur en sponsor (professor emeritus Gerben Heitink). |
|
|
|
5 |
16. Eredienst: de levende ontmoeting tussen God en de gemeente
Stelling: Dat kerkdiensten boeien, ‘ons opladen’ of steunen is gelukkig waar. Maar bovenal houden we erediensten om bij het Woord te zijn – bij de levende Heer en het woord van de Bijbel. Niet allereerst om wat die ontmoeting ons ‘oplevert’. Maar omdat die ontmoeting goed en belangrijk is (Tot Gods eer, p. 21). Daar willen we ons nog meer op toeleggen. |
Vanuit allerlei hoeken worden we benaderd als consument. Zo stellen we ons ook gemakkelijk op. Dan gaan we naar de kerkdienst ‘om geboeid te worden’, ‘de accu op te laden’ of ‘steun te vinden’.
|
|
|
|
4 |
5.Onderscheiden waar het op aankomt
Stelling: Als we (op termijn) niet meer alles kunnen blijven doen, is het van belang om ons te oefenen in leren onderscheiden waar God hier en nu op uit is en in welke richting zijn Geest ons leidt. Om vervolgens in die beweging mee te gaan. |
Met minder vrijwilligers kun je niet alles blijven doen. |
|
|
|
4 |
10. Word meer predikant-onafhankelijk
Stelling: Wij doen er goed aan om minder afhankelijk van een predikant te worden. De predikant zou wat meer coach kunnen worden van gemeenteleden die taken uitvoeren. Denk aan pastoraat, groepen leiden, stervensbegeleiding, het leiden van uitvaarten of de kerkdienst leiden m.u.v. de preek. |
Na 1850 wordt in de kerk de dominee de spil in het web. Dat is lastig wanneer de financiën teruglopen. Los daarvan is het de vraag of het sowieso goed is (professor emeritus Gerben Heitink). |
|
|
|
4 |
12. Pastoraat: een herder is geen dierenarts
Stelling: Pastoraat komt van ‘herderen’. Een herder helpt zeker schapen in problemen. Maar is er bovenal op uit dat de schapen zich goed ontwikkelen. En met hun wol en melk van betekenis zijn. Pastoraat zou minder eenzijdig ‘hulp bij ingrijpende levensmomenten’ moeten worden. Dat ook. Maar ook hulp om als gelovige mens en partner van God onze weg te vinden, koers te houden – kortom ons te ontwikkelen. |
We zijn over pastoraat gaan denken als een vorm van kerkelijke hulpverlening. En koppelen pastoraat eenzijdig aan problemen. |
|
|
|
2 |
4.Ons zelf uitzenden of anderen binnen krijgen
Stelling: We doen er goed aan om (sterker dan tot nu toe) na te denken over hoe we onszelf uitzenden (in onze netwerken) en niet alleen maar over hoe we anderen ‘binnenkrijgen’ (in onze diensten en activiteiten).
Zie Jeffrey Jones – Krimp onderkennen: Hoop hervinden |
De meeste kerkelijke activiteiten bedenken wij en organiseren wij. Vaak op een plaats die wij gekozen hebben. Daarna nodigen we anderen uit om naar ons toe te komen. |
|
|
|
2 |
6.Liever visjes uitgooien dan strategische plannen maken
Stelling: Als het gaat om hoe verder zal gaandeweg onze weg vinden (‘act and reflect’) ons meer helpen dan een strategisch plan. Dat vraagt moed om te luisteren naar onze omgeving, een vraag proeven en daarna ‘een visje uitgooien’. Misschien ‘vangen’ we iets. Misschien ook niet. Daarop bezinnen we ons dan en we bedenken de volgende stap. |
Hoe we gemeente zijn met minder mensen en minder geld is als ‘een zoektocht in een land waar we de weg niet weten’. |
|
|
|
2 |
15. Het voeden van onze omgang met God – persoonlijke spiritualiteit
Stelling: Het voeden van ons verlangen naar God en ‘bij God zijn’ is belangrijk. Als geloof niet als een ‘vuurtje in ons brandt’, veranderen we van een kerk in een levensbeschouwelijk vereniging. |
Kerkenwerk kan gemakkelijk maken dat andere relaties er bekaaid afkomen. Ook de ‘relatie met God’. Dan ‘fietsen we op lege banden’ (prof. Verkuijl). Henri Nouwen merkt op dat Jezus’ eerste verzoeking in de woestijn was: tijd met God onderbreken om iets nuttigs doen (brood maken).’ |
|
|
|
1 |
17A. Een inzicht dat door een drietal belangrijk wordt gevonden
Hoe onderscheiden wij ons? |
|
|
|
|
1 |
17B. Een inzicht dat door een drietal belangrijk wordt gevonden
Dat we ons toeleggen op hoe we communiceren – luisteren.
|
|
|
|
|
1 |
17C. Een inzicht dat door een drietal belangrijk wordt gevonden
Hoe willen wij dienen? (Vermoedelijk als toespitsing van dienen i.p.v. overleven; dat lijkt belangrijk, maar ‘dan moeten we het wel concreet maken’). |
|
|
|
|
0 |
3.Een ‘priesterkerk’: ‘Heen en weer bewegen tussen Voorthuizen en de God van alle mensen’
Stelling: Ongeacht onze grootte kunnen wij inwoners van Voorthuizen dienst bewijzen door gebed voor ons dorp (heen: de beweging naar God). En door met en vanuit Gods aanvaarding, liefde en heil aanwezig te zijn bij dorpsgenoten (en weer: de beweging naar dorpsgenoten). |
Hoe ben je kerk in de marge van het dorp. Volgens prof. Stefan Paas onder meer door ‘als een priester te zijn’. Een priester (pontifex) heeft iets van een brug die twee oevers (God en dorp) met elkaar verbindt. |
|
|
|
0 |
7.De verlegenheid voorbij: kwetsbaar beschikbaar
Stelling: Pogingen om respectvol contact te leggen met andere mensen met als doel hen te begrijpen en – als gewenst – iets met hen te delen, vragen om gerichte oefening. We doen er goed aan daar meer werk van te maken dan nu het geval is. |
Onder andere door respectloze evangelisatie is er in de breedte kerk een grote verlegenheid om met anderen over hun wereldbeeld en levensbeschouwing te praten. En eigen wereldbeeld en levensbeschouwing, met daarbij eigen geloof te delen. |
|
|
|
0 |
8.Zorgen voor klimaat en planeet
Stelling: Ds. René de Reuver, scriba PKN, zei iets als: "Al in het eerste Bijbelboek lezen we dat God de aarde, en alles wat daarop leeft, schiep en zag dat het goed was. De eerste opdracht van God aan de mens is om deze aarde te bewerken en te bewaren. We doen er goed aan om sterker dan tot nu toe zo met de aarde om te gaan dat de Schepper blij en trots kan blijven op Zijn kunstwerk." |
Intro: Het klimaat en de planeet verkeren in een zorgelijke toestand. |
|
|
|
0 |
11. Toerusting die toerust – Vorming die vormt
Stelling: Het moet in vorming en toerusting meer dan tot nu toe gaan om toegerust te worden: gevormd om onze levens gelovig uit te leven in onze kring van dierbaren, kennissen en ons dorp. |
Intro: Het vormings- en toerustingsaanbod van veel kerken mikt vooral op het verstand. Niet zozeer op toerusting of vorming. |
|
|
|
0 |
14. We maken onszelf kwetsbaar weerbaar
Stelling: We doen er goed aan om onszelf te oefenen in het gesprek te voeren met wie vragen heeft en sceptisch is. Gesprekken zó voeren vraagt om kennis en om kunde. Daarbij training kan helpen. |
Intro: De meeste mensen denken niet gelovig. Wie gelooft kan eerder rekenen op stevige kritiek dan op bijval.
|